De verplichte AOV
Het kabinet voert de verplichte AOV in om te garanderen dat elke ondernemer een financieel vangnet heeft in geval van ziekte of een ongeval. Daarnaast wil het kabinet met de regeling voorkomen dat deze risico's worden afgeschoven op de samenleving en publieke middelen. Voor ondernemers die al een AOV hebben of liever zelf een verzekering kiezen bij een verzekeraar, wordt een vrijstellingsmogelijkheid onderzocht. Als u zich niet verzekert via een verzekeraar, treedt op enig moment de verplichte verzekering in werking.
Voor wie gaat de verplichte AOV gelden?
In het voorstel van het kabinet staat dat de verplichte AOV gaat gelden voor alle IB-ondernemers. Dat betekent alle ondernemers die door de Belastingdienst worden gezien als 'ondernemer voor de inkomstenbelasting'. Ook meewerkende echtgenoten vallen hieronder. Vooralsnog vallen directeur-grootaandeelhouders en diegene die 'resultaat uit overige werkzaamheden' hebben (ook wel 'resultaatgenieters' genoemd) niet onder de regeling.
Het huidige voorstel kort samengevat:
- De uitkering bedraagt 70% van het laatstverdiende inkomen en niet meer dan het wettelijke minimumloon
- In het voorstel schat het kabinet de premie voor de verplichte AOV in op 7,5% tot 8% van het inkomen tot de maximale premiegrondslag. De maximale premiegrondslag is 143% van het wettelijk minimumloon
- De regeling gaat gelden voor alle IB-ondernemers (ondernemers voor de inkomstenbelasting) en de meewerkend echtgenoten. Directeur-grootaandeelhouders en 'resultaatgenieters' vallen niet onder de regeling
- Er wordt een verplichte wachttijd ingesteld van één jaar, die periode krijgt u nog geen uitkering
- Het arbeidsongeschiktheidscriterium voor de verplichte AOV is gangbare arbeid
- Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid tot vrijstelling van de publieke verzekering als u liever zelf uw arbeidsongeschiktheidsverzekering regelt bij een verzekeraar
- In het voorstel is opgenomen om lopende AOV-contracten, die aan specifieke (nader te bepalen) criteria voldoen, in stand te houden
Een voorstel, nog geen akkoord
Het kabinet werkt momenteel de regeling uit tot een wetsvoorstel. De verwachting is dat dit wetsvoorstel in het voorjaar van 2024 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer en begin 2025 wordt gepubliceerd als aangenomen wetsvoorstel. Daarna is er tijd nodig om de wet te implementeren, wat betekent dat de daadwerkelijke invoering later dan januari 2025 zal zijn. Tot die tijd zijn ondernemers zonder AOV dus nog niet automatisch verzekerd.
Veel zzp'ers zijn tegen verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering
Maar liefst 72% van de zelfstandig ondernemers zonder personeel is tegen het plan van minister Van Gennip voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor IB-ondernemers. Dat blijkt uit een achterbanraadpleging van leden van Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN). In totaal namen ruim 9200 zelfstandigen aan deel, verdeeld over diverse sectoren. Van hen is 90% volledig zelfstandig ondernemer, 10% heeft daarnaast een baan in loondienst.
Opt-outregeling APV: 94% wil daarvan gebruik kunnen maken
Verreweg de meeste zelfstandigen willen dus géén verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers. Mocht die er toch komen, dan wil maar liefst 94 procent gebruik kunnen maken van een opt-outregeling. Deze ondernemers wensen vrijstelling van de verplichting indien ze zelf al een individuele verzekering voor arbeidsongeschiktheid hebben geregeld op minimaal hetzelfde niveau. Minister Van Gennip heeft aangekondigd de opt-outmogelijkheid verder te onderzoeken.
Andere conclusies uit de achterbanraadpleging zijn:
- 27% van de respondenten is aangesloten bij een broodfonds of schenkkring, om zich te verzekeren voor inkomensterugval bij kortdurende ziekte, meestal tot 2 jaar.
- Op dit moment heeft 22% een eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering voor langdurige arbeidsongeschiktheid. Dit percentage hangt samen met het inkomstenniveau. Van de zelfstandigen die jaarlijks maximaal € 35.000,00 verdienen uit hun ondernemerschap heeft 10% zo’n verzekering. Van de zelfstandigen die meer dan € 35.000,00 verdienen op jaarbasis, heeft 30% reeds een arbeidsongeschiktheidsverzekering.
- De kosten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering worden het vaakst genoemd als reden om geen AOV af te sluiten.
- Voor 85% van de zelfstandigen staat betaalbaarheid van een eventuele verplichte AOV voorop. Twee derde (67%) van de respondenten wil maximaal € 100,00 per maand betalen voor zo’n verzekering. Ook hier zien we verschillen per inkomstenniveau.
- 75% is voor verplichte acceptatie. Zij willen dat iedereen wordt toegelaten tot de verplichte AOV, ongeacht medisch verleden, leeftijd of beroep. Van de respondenten heeft 30 procent overigens ervaring met afwijzing of uitsluiting door een verzekeraar op basis van bovengenoemde factoren.
- Het merendeel van de zelfstandigen wil dat de verplichte AOV doorloopt tot de AOW-gerechtigde leeftijd.
- Slechts een derde (33%) vindt dat preventie en arbeidsgerelateerde zorg deel moet uitmaken van een eventuele verplichte verzekering.
- De helft vindt een broodfonds of schenkkring een goede overbrugging voor de financiering van de eigen risicoperiode. Ook spaargeld en gezinsinkomen wordt genoemd als buffer om de eigen risicoperiode mee door te komen.
Vrijstelling nog in onderzoek
Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kondigde begin april meerdere veranderingen op de arbeidsmarkt aan. Een daarvan is een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de 1,2 miljoen zzp'ers in ons land, die vanaf 2027 moet gaan gelden. Op dit moment heeft een op de vijf zelfstandigen zich verzekerd.
Van Gennip zei daarbij nog te onderzoeken of het voor zzp'ers ook een optie wordt om een vrijstelling te krijgen, "mits deze uitvoerbaar, betaalbaar, uitlegbaar is en tijdig kan worden ingevoerd". Deze zzp'ers zouden dan een eigen, soortgelijke private verzekering moeten afsluiten. Maar Van der Ven is er niet gerust op dat deze optie er echt komt.
De minister kijkt in haar onderzoek nu heel klassiek naar hoe de verzekering eruit moet zien, zegt Van der Ven. "Maar door de jaren heen zijn er ook modernere manieren ontstaan waar mensen zich fijner bij voelen, zoals schenkkringen en broodfondsen. Zij kijken nu ook of ze een vangnet kunnen creëren voor langdurige arbeidsongeschiktheid. Als een onverzekerde zzp'er arbeidsongeschikt wordt, is de bijstand nu nog het laatste vangnet. Hoeveel zzp'ers hier gebruik van maken is niet duidelijk.
Kosten verplichte AOV
Voor veel zzp'ers zijn de kosten een belangrijke reden om zich niet te willen verzekeren. Naar verwachting gaan die kosten zo'n 8% van het inkomen uitmaken. De VZN pleit er daarom al langer voor om de wachttijd voor verzekerden te verlengen naar twee jaar, waardoor de verzekering goedkoper wordt. In het plan van Van Gennip is dat nu één jaar.
De verwachting is dat het kabinet volgend jaar meer details over de verplichte verzekering bekendmaakt.
VZN: wachttijd twee jaar
Omdat betaalbaarheid van een AOV voor zelfstandigen het allerbelangrijkste is, pleit VZN voor een wachttijd van twee jaar. Dit leidt tot minder instroom, levert minder capaciteitsdruk op bij verzekeringsartsen en drukt de maandelijkse kosten. Zelfstandigen zien echter liever dat de minister aan de slag gaat met de ontwikkelen van een collectieve basisvoorziening arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden. Dit heeft de commissie Borstlap destijds ook al geadviseerd. Zo’n brede basisvoorziening sluit goed aan bij de moderne arbeidsmarkt waarop werkenden steeds vaker, afwisselend of gelijktijdig, werknemer en zelfstandige zijn, volgens VZN.