Veiligheid en vluchtwegen
Om te bepalen of er voldoende vluchtwegen aanwezig zijn moet de organisatie een aantal stappen zetten.
- De werkgever moet er in ieder geval voor zorgen dat een werknemer zich snel via de kortst mogelijke weg in veiligheid kan stellen als er direct gevaar ontstaat voor zijn veiligheid of gezondheid.
- Het Bouwbesluit (Woningwet) geeft voorschriften voor vluchtwegen. Bedrijfsgebouwen die aan de eisen van het Bouwbesluit voor te bouwen gebouwen voldoen, voldoen aan de eisen. Voor bestaande gebouwen worden deze eisen naar redelijkheid toegepast. Daarnaast speelt uiteraard de risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE&) een rol bij het bepalen van het aantal vluchtwegen.
Werkruimten met verhoogd risico
Allereerst zijn voor een werkruimte met een verhoogd risico minimaal twee uitgangen vereist. We spreken van een verhoogd risico als de werkzaamheden die worden uitgevoerd gepaard kunnen gaan met brand. De uitgangen moeten tenminste 5 meter uit elkaar (maar niet meer dan 15 meter) liggen en bij voorkeur in tegenovergestelde wanden. Een verhoogd risico is aanwezig als in of nabij de ruimte stoffen aanwezig zijn of als gewerkt wordt met stoffen als bedoeld in artikel 34, tweede lid, met uitzondering van categorie K, van de Wet Milieugevaarlijke Stoffen.
RI&E: basis voor de beoordeling
Daarnaast kan een verhoogd risico aanwezig zijn door andere zaken. Zoals de aanwezigheid van veel personen, de aard van de werkzaamheden of de gebruikte arbeidsmiddelen, de ligging en constructie van het bedrijfsgebouw of de afmetingen en constructie van de ruimte waarin gewerkt wordt. De RI&E is de basis voor de beoordeling of er sprake is van een verhoogd risico, bijvoorbeeld een ruimte met verhoogd brandgevaar.
Andere werkplekken
Maar er zijn vaak ook werkplekken en ruimten die geen deel uitmaken van een gebouw. Daar moeten twee onafhankelijke vluchtwegen beschikbaar zijn. En deze moeten maximaal 30 meter uit elkaar liggen. Maar als de plaats, constructie en inrichting van een vluchtweg een veilige vluchtroute waarborgt, is één vluchtweg voldoende. Let op: in bijzondere situaties gelden afwijkingen, zoals bijvoorbeeld bij festivals en andere grote bijeenkomsten.
Vermijd obstakels
Vluchtwegen en nooduitgangen moeten natuurlijk vrij zijn van obstakels. Nooduitgangen moeten altijd open kunnen. Houd ook de buitenzijde van nooduitgangen altijd vrij van goederen. Ook de vluchtweg buiten het gebouw, bijvoorbeeld tussen het gebouw en de erfscheiding, moet vrij zijn. Gebruik deze dus niet als opslag voor overtollig materiaal.
Deuren
Zorg er ook voor dat deuren van nooduitgangen en deuren op het traject van de vluchtwegen makkelijk van binnenuit naar buiten toe te openen zijn, altijd in de looprichting. Gebruik schuif- en draaideuren niet als nooduitgang.
Trappen
Voldoende brede deuren en goede trappen zijn belangrijk. Trappen moeten niet te steil zijn. De maximale verhouding is 4 verticaal op 3 horizontaal. De trappen moeten verlichting hebben aan de wand of bij elke trede.
Noodverlichting
Het kan natuurlijk gebeuren dat bij een calamiteit de verlichting uitvalt. Breng dus goede noodverlichting aan. Met name bij de vluchtwegen en nooduitgangen die bij het uitvallen van de verlichting slecht zichtbaar zijn. Breng de noodverlichting aan boven de vluchtweg. Als noodverlichting niet mogelijk is, moeten de werknemers over individuele verlichting beschikken.
Herkenbaarheid
De vluchtrouteverlichting moet ervoor zorgen dat de werknemers of bezoekers de vluchtmogelijkheden goed kunnen herkennen en op een veilige manier kunnen gebruiken. Vluchtrouteverlichting bestaat uit verlichting van de route zelf en vluchtwegaanduiding. Vluchtwegaanduiding bestaat uit beeldtekens en de pictogrammen. Zie ook NEN 3011:2021 nl, Veiligheidskleuren en -tekens in de werkomgeving en in de openbare ruimte.
Markeringen
Breng ook markeringen aan. De vluchtwegen, de deuren en poorten op het traject van de vluchtwegen én de nooduitgangen zijn gemarkeerd door signalen. Dat zijn aanduidingen, veelal in de vorm van verlichte bordjes boven nooduitgangen.
Gebruik de lift niet
Een lift mag nooit als vluchtweg dienen. Tenzij deze op een zeer speciale wijze en brandvrij is geconstrueerd. Hiervoor is overleg met de brandweer noodzakelijk.
Gebruik van nooduitgangen
Stem nooduitgangen af op mindervalide personen. Deze moeten voldoende breed zijn. Nooduitgangen moeten ook gebruikt kunnen worden door externe hulpverlening.
Bedrijfsnoodplan
Stel een bedrijfsnoodplan op, waarin de vluchtwegen zijn opgenomen.
Oefenen
Oefen! Tijdens oefeningen blijkt of de vluchtwegen goed functioneren en of ze inderdaad vrijgelaten zijn van goederen en producten.
Risicobeoordeling bij verandering
Het gebruik van een ruimte kan veranderen. Ook werkzaamheden kunnen veranderen. Dat kan aanleiding zijn voor aanpassing van de vluchtwegen. Voer dus eerst een risicobeoordeling uit voordat het gebruik van een ruimte verandert. De activiteiten in een vertrek bepalen hoe brandgevaarlijk een en ander is en hoeveel vluchtwegen nodig zijn. In het bouwbesluit staan meerdere omschrijvingen vermeld.
Jurisprudentie vluchtwegen
Wet- en regelgeving ivm vluchtwegen
- Arbeidsomstandighedenwet artikel 5 Risico-inventarisatie en -evaluatie
- Arbeidsomstandighedenwet artikel 8 Voorlichting en onderricht
- Arbobesluit artikel 3.6 Voorzieningen in noodsituaties, vluchtwegen en nooduitgangen
- Arbobesluit artikel 3.7 Veilig gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen
- Arbobesluit artikel 3.8 Brandmelding en brandbestrijding
- Arbobesluit artikel 3.9 Noodverlichting
- Bouwbesluit 2012
Bron: Arbo-online