Wetswijzigingen per 1 januari 2025
Gemeenten voeren zero-emissiezones in
Vanaf 2025 mogen gemeenten zero-emissiezones invoeren. In deze gebieden mogen alleen nog bestelbussen en vrachtwagens komen die niet te erg vervuilen. Bedrijfsvoertuigen op diesel of benzine die een emissieklasse hebben die lager is dan Euro 5, mogen de zero-emissiezones niet meer binnen.
Bestelbussen en vrachtwagens met emissieklasse Euro 5 zijn vanaf 1 januari 2027 niet meer welkom in zero-emissiezones. Voor Euro 6 geldt dat vanaf 1 januari 2028. Voor sommige bestelauto’s is er tot 2030 nog een overgangsregeling.
De emissieklasse zegt iets over hoe schoon uw voertuig is. Hoe hoger de emissieklasse, hoe lager de uitstoot van schadelijke stoffen. U vindt de emissieklasse van uw voertuig via de zero-emissie kentekencheck.
Kleineondernemersregeling in de EU
Vanaf 1 januari 2025 is het voor ondernemers die zakendoen in andere EU-landen mogelijk om deel te nemen aan de kleineondernemersregeling in de EU (EU-KOR). Deelnemers kunnen dan een btw-vrijstelling krijgen voor één of meer EU-landen waar zij zakendoen.
Bpm betalen voor bestelauto's met CO2-uitstoot
Vanaf 2025 betaalt u bpm voor het kopen van een bestelauto met CO2-uitstoot. Bpm staat voor belasting van personenauto's en motorfietsen. Hoeveel bpm u betaalt, hangt af van de CO2-uitstoot van de bestelauto. Hoe meer uitstoot, hoe meer belasting. Voor elektrische bestelauto's en andere auto's zonder schadelijke uitlaatgassen betaalt u ook na 2025 geen bpm.
Minder kosten voor overwerk medewerkers met vast contract
Werknemers met een vast contract mogen tot 30% extra uren werken zonder dat u de hoge AWf-premie betaald. Dat moet werkgevers meer flexibiliteit geven. Maar als een werknemer in een heel jaar gemiddeld toch meer dan 30% overwerkt, moet u met terugwerkende kracht alsnog de hoge AWf-premie betalen.
De nieuwe regel is voor vaste arbeidscontracten waarbij personeel gemiddeld minder dan 30 uur per week werkt. Die grens ligt nu nog bij contracten van gemiddeld minder dan 35 uur per week. Voor contracten vanaf gemiddeld 35 uur per week hoeft u nu al niet de hoge AWf-premie te betalen als personeel meer dan 30% overwerkt. In 2025 daalt die grens naar 30 uur per week.
Lage-Inkomensvoordeel verdwijnt
Vanaf 1 januari 2025 vervalt het lage-inkomensvoordeel (LIV). Dat betekent dat werkgevers met personeel geen tegemoetkoming meer krijgen in loonkosten. Een werknemer die onder het LIV valt, werkt minstens 1.248 uur per jaar en verdient gemiddeld tussen 100 en 125 procent van het minimumloon. Let op: 1 januari 2024 is de bovengrens van het gemiddelde uurloon verlaagd van 125% naar 104%.
Eisen veranderen voor gastouders
Vanaf 1 januari 2025 komen er andere eisen aan speeltoestellen en kinderbedden in de gastouderopvang. Gastouders hoeven niet langer te voldoen aan de regels van het ‘Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023’ (WAS 2023). Die wet stelt veiligheidseisen aan speeltoestellen in openbare ruimtes.
Gastouders hoeven niet meer aan die eisen te voldoen omdat speeltoestellen thuis in de tuin staan. Daardoor is het moeilijk te bepalen of het gaat om openbaar of privégebruik. Gastouders moeten wel nog steeds maatregelen nemen om veiligheids-en gezondheidsrisico’s te beperken.
De regels voor kinderbedden- en boxen veranderen ook voor gastouders. Zij hoeven niet meer de ‘Warenwetregeling nadere eisen kinderbedden en -boxen kinderopvang’ te volgen. Gastouders moeten wel voldoen aan de algemene veiligheidseisen voor kinderbedden en -boxen die in de wet staan.
Minimumloon gaat omhoog
Heeft u personeel in dienst en betaalt u het minimumloon? Dat minimumloon wordt ieder half jaar aangepast. Op 1 januari 2025 gaat het wettelijk minimumloon omhoog en wordt voor fulltime werkenden vanaf 21 jaar € 14,09 per uur. Op de website van Rijksoverheid vindt u de brutobedragen per maand, week of dag.
Wetswijzingen die naar verwachting in 2025 ingaan
De onderstaande wetswijzigingen staan in het Belastingplan 2025. De Tweede Kamer heeft daarmee ingestemd. De Eerste Kamer stemt op 17 december over dit plan. Dan wordt duidelijk of de wetswijzigingen ook doorgaan en per wanneer.
Mkb-winstvrijstelling omlaag
De mkb-winstvrijstelling daalt naar verwachting in 2025 van 13,31% naar 12,71%. Door deze verlaging is uw belastbare bedrag hoger en betaalt u meer belasting dan in 2024.
Nog een jaar accijnskorting op autobrandstoffen
De korting van accijns op autobrandstoffen wordt naar verwachting met een jaar verlengd. In 2022 is de accijns op autobrandstoffen tijdelijk verlaagd en dat zou aanvankelijk per 1 januari 2025 stoppen.
Minder belasting in box 2 voor aandeelhouders
Bezit u 5% of meer van de aandelen in een bedrijf, dan heeft u een 'aanmerkelijk belang’. U ontvangt dan mogelijk winstuitkering, oftewel dividend. Over winstuitkeringen tot € 67.804,00 betaalt u 24,5% belasting, net als in 2024. Over alles daarboven betaalt u naar verwachting in 2025 31% belasting. Dat is in 2024 nog 33%.
Door deze aanpassing moet er meer evenwicht komen tussen de belastingtarieven voor aanmerkelijkbelanghouders, ondernemers met bijvoorbeeld een eenmanszaak en werknemers. Het moet voorkomen dat ondernemers alleen vanwege belastingverschillen een rechtsvorm kiezen.
Giftenaftrek voor bv’s verdwijnt
De zakelijke giftenaftrek verdwijnt naar verwachting in 2025 voor besloten vennootschappen (bv's). Dat betekent dat u giften aan Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) en Sociaal Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s) niet langer van de winst kunt aftrekken.
In 2024 geldt nog dat u een schenking aan een ANBI of SBBI van de winst mag aftrekken. De maximale giftenaftrek per jaar is 50% van de winst, met een maximum van € 100.000,00. Door deze wetswijziging kan het een goed idee zijn om te overwegen een gift aan een ANBI of SBBI in 2024 te doen.
Als een bv een gift doet op verzoek van de aandeelhouder dan wordt dit voor de belastingen niet gezien als een aftrekbare gift, maar als een dividenduitkering aan die aandeelhouder (waarover de bv dividendbelasting moet inhouden). De aandeelhouder moet dan daarover ook nog inkomstenbelasting betalen in box 2.
Inkomstenbelasting: Schijven en tarieven veranderen
Belastingtarief Box 1 daalt in 2025
De eerste schijf van box 1 wordt in 2025 naar verwachting opgeknipt in twee delen. Box 1 bestaat dan uit drie schijven in plaats van twee. In 2025 betaalt u in de nieuwe eerste schijf over uw inkomen tot € 38.441,00 35,82% belasting. Dat is ongeveer een procentpunt lager dan in 2024.
In de nieuwe tweede schijf betaalt u over uw inkomen tussen € 38.441,00 en € 76.817,00 37,48% belasting. Dat is ongeveer 0,5% procent meer dan in 2024. Over uw inkomen boven € 76.817,00 betaalt u volgend jaar 49,5%, net als in 2024.
Lagere inkomens hebben voordeel van de lagere eerste schijf. Hogere inkomens merken daar minder van door het hogere percentage in de nieuwe tweede schijf.
Box 1 heeft aftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Is uw inkomen in 2025 hoger dan € 76.817,00? Dan krijgt u in 2025 maximaal 37,48% over de aftrekposten terug, het tarief van de tweede schijf. Dat is iets hoger dan in 2024.
Kabinet verlaagt energiebelasting op aardgas
Het kabinet verlaagt naar verwachting vanaf 2025 de energiebelasting op aardgas. Het tarief daalt met 0,5% voor een verbruik tot 170.000 m3 per jaar. De geplande verhoging van de tarieven met 2,3% gaat niet door. Op deze manier wil het kabinet huishoudens helpen om de energiekosten laag te houden. Energiebedrijven nemen de belastingtarieven mee in de rekening voor hun klanten.
Kansspelbelasting gaat omhoog
De belasting op kansspelen gaat naar verwachting in twee stappen omhoog. In 2025 moet de belasting van 30,5% naar 34,2% stijgen. De belasting gaat dan in 2026 verder omhoog naar 37,8%. Deze verhoging geldt voor iedereen die kansspelen organiseert, zoals casinospelen, online gokken, sportweddenschappen, of kansspelautomaten. De overheid wil met deze verhoging meer belastinginkomsten krijgen.
Overdrachtsbelasting betalen bij onroerend goed via aandelen
Koopt u nieuw onroerend goed via aandelentransacties, zoals een bedrijfspand? Vanaf 2025 betaalt u daarvoor naar verwachting 4% overdrachtsbelasting (ovb).
Nu betaalt u bij een overdracht via een aandelentransactie geen btw of overdrachtsbelasting. Dat komt door de samenloopvrijstelling. Bij directe levering van nieuwe onroerende zaken moet de verkoper wel 21% btw betalen.
Door deze maatregel moeten beide overdrachtsvormen gelijker worden belast. De maatregel geldt niet voor vastgoedprojecten die al zijn gestart. Daarvoor komt een overgangsregeling.
Bedrijfsopvolgingsregeling wijzigt
De regels voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) veranderen naar verwachting in 2025. Als u een onderneming door een schenking of erfenis krijgt, betaalt u daar nu erf- of schenkbelasting over. Hoeveel belasting u betaalt, hangt af van de waarde van de onderneming. U kan ook een vrijstelling gebruiken: de Bedrijfopvolgingsregeling (BOR).
Straks hoeft u geen schenk- en erfbelasting meer te betalen tot een bedrijfswaarde van € 1.500.000,00. Die grens ligt nu nog op € 1.205.871,00. Is de bedrijfswaarde hoger dan € 1.500.000,00? Dan gaat het percentage van de vrijstelling omlaag. Over de bedrijfswaarde boven € 1.500.000,00 daalt dat van 83% naar 70%.
Ook verandert naar verwachting de voortzettingseis. U moet het bedrijf dat u krijgt vanaf 2025 drie jaar voortzetten. Dat is nu nog vijf jaar. En de BOR geldt alleen als u 21 jaar of ouder bent. Nu geldt deze leeftijdsgrens nog niet.
Schenkt u een bedrijf? Met de doorschuifregeling (DSR) hoeft u geen inkomstenbelasting te betalen over de winst die u overhoudt. Die belasting gaat over op de volgende eigenaar. Ook hoeft vanaf 2025 de nieuwe eigenaar niet meer minimaal 3 jaar in dienst te zijn geweest van het bedrijf.
In een wetsvoorstel staan meer wijzigingen voor de BOR vanaf 2026.
Vast starttarief bpm gaat omhoog
De belasting op personenauto's en motorrijwielen (bpm) gaat omhoog. De bpm bestaat uit een vast starttarief (vaste voet) en een variabel tarief (afhankelijk van de uitstoot van het voertuig). In 2025 gaat het tarief van de vaste voet naar verwachting omhoog met ongeveer € 200,00. In 2024 was de vaste voet € 440,00.
Motorrijtuigenbelasting voor duurzame bestelwagen
Heeft u een elektrische bestelwagen of bestelwagen zonder uitstoot? Dan betaalt u in 2024 geen motorrijtuigenbelasting (mrb). In 2025 betaalt u naar verwachting wel mrb, maar dan krijgt u 75% korting op het normale tarief. Vanaf 2026 stopt deze korting en betaalt u het normale tarief aan mrb over uw bestelbus.
Door de groei van het aantal elektrische bedrijfswagens worden de overheidsinkomsten lager. Met deze maatregel laat het kabinet ook de elektrische rijder meebetalen aan het wegennet. Dit zorgt volgens de regering op de lange termijn voor een stabiele opbrengst van de autobelasting. Heeft u een bestelauto op diesel of benzine? Dan krijgt u te maken met een tariefsverhoging van de mrb van 15% in 2025 en 6,96% in 2026.
Motorrijtuigenbelasting
De motorrijtuigenbelasting (mrb) voor bedrijfsauto's stijgt in 2025 met 15% en in 2026 met bijna 7%. Zo betaalt u voor een bestelbus op diesel of benzine met een laadvermogen van 1.100 kilo in 2024 € 157,00 per kwartaal. In 2025 betaalt u voor dezelfde bus € 196,00. In 2026 is de mrb voor dit voertuig € 210,00.
De vrijstelling van mrb voor elektrische bestelbussen wordt afgebouwd. In 2024 is de korting op mrb 100%. Een jaar later is dat 75% en in 2026 vervalt de korting. Voor een elektrische bestelbus met een laadvermogen van 1.100 kilo valt door het gewicht van de batterij in een zwaardere gewichtsklasse dan een gelijkwaardige bestelbus op benzine of diesel. In 2024 betaalt u nog € 0,00 mrb per kwartaal voor dit voertuig. In 2025 stijgt dat bedrag naar € 53,00 euro per kwartaal. In 2026 betaalt u € 225,00 per kwartaal.
Over onderstaande wetswijzigingen moeten de Eerste én Tweede Kamer nog stemmen.
Digitaal vergaderen toegestaan voor rechtspersonen
Algemene vergaderingen mogen naar verwachting vanaf 2025 helemaal online plaatsvinden voor bestuursleden en aandeelhouders van bv’s, nv’s, verenigingen, coöperaties en verenigingen van eigenaars (vve’s). Nu staat nog in de wet dat vergaderingen gedeeltelijk fysiek moeten zijn.
Voorwaarden voor online vergaderen:
- De vergadering moet zoveel mogelijk lijken op een gewone, fysieke vergadering.
- Iedereen moet goed kunnen meedoen, met beeld en geluid.
- Leden en aandeelhouders moeten vooraf akkoord gaan met online vergaderen.
Makkelijker mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen
Voor ondernemers met meer dan 25 werknemers wordt het naar verwachting makkelijker om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.
Het loonkostenvoordeel (LKV) voor een arbeidsbeperkte werknemer geldt straks zolang de werknemer in dienst is. Nu geldt het LKV voor maximaal 3 jaar. Ook is straks geen speciale verklaring van UWV meer nodig om dit voordeel te krijgen. Als meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst worden genomen dan volgens de quotumregeling moet, krijgt u als werkgever bovendien als bonus een hoger loonkostenvoordeel.
Zo komt een wet tot stand
Het wetgevingstraject bestaat uit veel stappen. Daardoor kan het lang duren voordat een wet echt ingaat. Een nieuwe wet begint met een wetsvoorstel. Als dat voorstel door de Tweede Kamer is aangenomen, gaat het naar de Eerste Kamer. Als die het voorstel aanneemt, ondertekent de Koning de wet en publiceert de regering de nieuwe wet in het Staatsblad. In een nieuwe wet staat op welke datum die ingaat. Of er staat in de wet dat de overheid de ingangsdatum later bekendmaakt in een Koninklijk Besluit (KB).
Toezicht en handhaving wetten
In Nederland zorgen verschillende instanties voor het toezicht op en de handhaving van wetten. Verschillende toezichthouders controleren of iedereen zich aan de wet houdt. Voorbeelden daarvan zijn de Autoriteit Financiële Markten (AFM), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
Gemeenten, politie en het Openbaar Ministerie zorgen ervoor dat mensen en organisaties zich aan de regels houden. Denk aan het uitvoeren van een controle of voorlichting en advies. Als iemand een wet overtreedt, kunnen toezichthouders of handhavingsorganisaties straffen opleggen. Dat varieert van een boete tot een gevangenisstraf. De hoogte van de straf hangt af van de ernst van de overtreding.